In Ommen studeerde tussen 1839 en 1844 een aantal studenten:
 
- Klaas Wildeboer, voormalig Bakker uit Midwolde
Wildeboer werd in Ommen al snel ouderling en scriba. Later werd hij als predikant bevestigd in Rijssen. In 1841 ging hij naar 't Zand in Zuid Beijerland, waar hij nog datzelfde jaar overleed.
 
-  Jan Wildenbeest- vertrok naar Varsseveld
 
- Ds. Breukelaar- Eerste predikant in Aalten
 
- Poppe Reijkens de Wit uit Wildervank

- Hendrikus de Vries. Was eerst kleermaker in Vriezenveen.Legde ambtsgewaad(steek, bef, mantel en kuitbroek) af. Vond het ambtsgewaad oud-testamentisch. Niet iedereen was hier blij mee. (bron: ds Slotman Heemse)

- A.H. Veenhuizen. Had al gestudeerd in Parijs en Genève. Eerst student bij ds. Van Raalte, later ook docent aan de Theologische School. Ook predikant te Heemse. Vond men daar streng voor de jeugd. (om behoorlijk vrees te houden onder hen) Opgewekt door de kerkenraad om met meer eenvoud te preken "naar de bevattelijkheid van onkundigen"

 

- W. van Leeuwen. Van Heemse naar Scharnegoutum. Daar geschorst. Naar Amerika. Afgezet in 1885. Klacht over te lang preken.  Reactie: Ik heb ook wel wat te klagen over trage en sobere bezoldiging. 

 

-J.W. te Bokkel. Na zijn studie in Ommen vetrok hij eerst naar Winterswijk, maar volgde zijn leermeester in Ommen in 1844 op, toen deze naar Arnhem vertrok.

Pieter Jan Oggel- Kwam als 15-jarige bij Van Raalte studeren.Werd als 19 jarige bevestigd in Zeist. Emigreert in 1856 naar Amerika en trouwt daar met de oudste dochter van dominee Van Raalte. Wordt professor aan Hope College

Ds. J. Schuurman, genoemd door Lammert Jan Huls in zijn memoires "Drie en Zestig jaren prediker. Schuurman werd predikant te Dalfsen (1844-1846)

Eind november 1841 werd student Jan  Schuurman beroepen.Schuurman nam het beroep aan. Hij diende echter eerst zijn studie (bij ds. A. C. van Flaalte in Ommen) te voltooien. En als gevolg daarvan duurde het tot 1844 voor hij als predikant bevestigd werd. Twee jaar later vertrok hij naar Holten.  Ds. Schuurman heeft het tijdens zijn ambtsperiode in Nieuwleusen/ Dalfsen niet gemakkelijk gehad. Zo hadden diverse gemeenteleden (voornamelijk uit Dalfsen) kritiek op het feit dat de predikant — in navolging van ds.. Van Raalte — weigerde het gebruikelijke ambtsgewaad te dragen. Dat bestond toentertijd uit een zwarte mantel, een kuitbroek, een bef en een steek. Veel gemeenten eisten van hun predikant een dergelijk kostuum te dragen, omdat men van oordeel was dat een herder en leraar zich — evenals een priester in het Oude Testament — behoorde te onderscheiden door zijn gewaad. 

Prediking 
Omdat de 25-jarige  Schuurman bereid was de gebruikelijke ambtskleding aan te trekken, ondervond hij van meet af aan, vooral vanuit Dalfsen , hardnekkige tegenwerking. Op vrijwel iedere vergadering van de classis moesten er klachten tegen hem behandeld worden. Sommige mensen bleven zelfs weg uit de kerk en gingen in het naburige Rouveen ter kerke, waar ds. F. A. van Gijssel wel het bewuste ambtsgewaad droeg.

Daar kwam bij dat de predildng van de Rouveense predikant (een vertegenwoordiger van de streng orthodoxe Drentse richting in de afgescheiden kerken) deze gemeenteleden ook meer bevredigde. Het was dan ook niet alleen de kritiek op het ontbreken van het ambtsgewaad waar ds. Schurman mee te maken kreeg; bij de classis werd eveneens bezwaar aangetekend tegen de door hem gebrachte prediking. Deze zou een te sterk nodigend karakter dragen, waarbij de doodsstaat en de totale verdorvenheid van de mens op de achtergrond gesteld werden. Verder zou hij geen onderscheid maken tussen de uitwendige en inwendige roeping. En ook met betrekking tot de zichtbare en onzichtbare kerk waren er bedenkingen. 

Op de classis vergadering meenden verschillende mannenbroeders dat er al veel gewonnen zou zijn, wanneer ds. Schuurman het ambtsgewaad zou gaan dragen. De predikant bleef weigeren en verklaarde dat hij „Gods Woord volgende, geen vrijheid had hetzelve te dragen, hoe gaarne hij anders ook zoude willen om des vredes wil." Ten aanzien van de bedenkingen tegen Schuurmans prediking, oordeelde de classis dat hier geen fundamentele leerstukken in het geding waren.  (RD 13-2-1986 Hoeve) 

Carel Godefroi de Moen- broer van Cristina Van Raalte de Moen- Vertrekt na zijn opleiding als predikant naar Den Ham

Salomon Mozes Flesch Kwam, als tot het christendom bekeerde Jood naar Ommen om bij dominee Van Raalte de predikantenopleiding te volgen. Toen Van Raalte enkele maanden later naar Arnhem verhuisde, vervolgde hij zijn opleiding in Ruinerwold bij ds. W.A. Kok. Ds. Flesch had een moeilijk karakter en een bijzondere loopbaan die prachtig is beschreven in een artikel in het RD van 27-11-2012 "Het gebroken domineesleven van Salomon Mozes Flesch" H. Hille

 

 Ds. L Lankhorst Ging met Van Raalte naar Arnhem. In 1844 naar Middelburg

Seine Bolks uit  Den Ham. Na zijn studie bij Van Raalte werd hij door zijn leermeester bevestigd in Hellendoorn. Vertrok later naar Amerika en stichtte de stad Overisel

 

Abraham.C.Tris Bereidde zich voor om notaris te worden, maatvaste na zijn bekering de studie voor predikant op in Arnhem bij ds.Bummelkamp   Toen Brummelkamp ziek werd, zette hij zijn studie voort bij ds.Van Raalte in Ommen.